Results for (he, she, it is) angry translation from English to Dutch

he/ she is ...
hij/zij is…

he/she is well.
het gaat goed met hem/haar.

shiva is angry.
shiva is boos.

he/she is entitled
hij/zij heeft recht

my mother is angry.
mijn moeder is woedend.

he is angry with me because of my sins.
hij is woedend op mij wegens mijn zonden.

the care sector is angry.
de witte sector is boos.

it is he
mijn god wat is ze mooi

it is he.
hij is het.

ha (he/she has)
ha (hij/zij heeft)

it is he who
het is hij die

he/she lived
hij/zij woonde

e.g.: a child acts up because it is angry.
een voorbeeld: een kind is boos en uit dit door wild spel.

he/she loves:…………………………
………………………………………………………………………………………………….

commissioner, you are not the only one who is angry.
wij eisen actie!mevrouw de commissaris, u is niet de enige die kwaad is.

she can feel that this part of her is angry. "how could she?
ze voelt dat dit deel van haar boos is. “hoe kon ze? hoe kon ze dit doen?” zegt het over haar vriendin.

does he/she write?
kan het kind schrijven?

he/she would sleep
hij/zij zou slapen

you cannot imagine what a terrible fellow he is when he is angry."
o, gij kunt u niet voorstellen wat een verschrikkelijke jongen hij is, als hij boos is."

he is angry at local lawyers for failing to come up with a viable defence.
hij is boos op plaatselijke advocaten omdat ze er niet een slaagden een geloofwaardige defensie op te bouwen.