Results for baby boy translation from English to Dutch

boy
jongen

boy band
jongensband

fine boy.
een lieve jongen!

ship-boy
leerling

boy: yeah.
jongen: ja man.

boy: so?
jongen: dus..?

mechanical boy
vormapparaat bij het mondblazen

subject: boy
onderwerp: jongen

boy: spiny.
jongen: stekelig.

boy's spade
kinderspade

one day he finds a baby boy in paris.
op een dag vindt hij een kind van een paar maanden.

moment we were allowed to see the baby, a little boy.
we hebben het kindje, een jongetje, nog even gezien.

now joris isn't a baby anymore but a little boy.
nu is hij geen baby meer maar een jongetje

on 6 may 2013, stone gave birth to a baby boy, alfred.
hun eerste kind, een zoon, werd geboren op 5 mei 2013.

boy: hey! hey! hey! hey!
jongen: hey! hey! hey!

david returns home for the holidays to learn that his mother has given birth to a baby boy.
als david in de vakantie thuis komt heeft zijn moeder weer een zoontje gekregen.

on 11 december 2008, hewitt gave birth to a baby boy whom the couple named cruz lleyton hewitt.
op 11 december 2008 werd hun tweede kind, zoon cruz lleyton, geboren.

he comes home to find that his wife has given birth to a baby boy that is a hedgehog from the waist up.
de pastoor zegt dat de jongen niet in een normaal bed kan met zijn stekels en achter de kachel wordt stro gelegd.

the soldiers murdered the whole family except a baby boy, whom his nurse had hidden in a kettle in the kitchen.
een baby was echter door een diensmeisje in veiligheid gebracht en werd door haar in een ketel in de keuken verstopt.

and on this day, at this moment, we walked into the house with our first child, our beautiful baby boy.
op deze dag, op dit moment liepen we ons huis binnen met ons eerste kind, onze prachtige jongen.