Results for come home translation from English to Dutch

come home
doorgaan

come home.
kom naar huis.

to come home
slippen

when i come home,
als ik thuis kom,

it is time to come home.
het is tijd om thuis te komen.

does he come home at six?
komt hij om zes uur thuis?

a free spirit will come home
dan kom ik thuis en ben ik vrij,

come home; do not be afraid.
ga mee naar huis; wees niet bevreesd.

prodigal sons and daughters, come home.
verloren zonden en dochters, kom naar huis.

at the end of the day you come home.
aan het eind van de dag komt u weer thuis.

please come home as quickly as possible.
kom alsjeblieft zo snel mogelijk naar huis.

i'll come home by six o'clock.
ik kom thuis tegen zes uur.

"then why has the master come home so soon?"
"ja, martha! maar het eten behoeft nog niet klaar te zijn, want het is nog geen twee uur. de klok der st.

and then the stuff must still somehow come home.
en dan het spul moet toch een of andere manier thuis te komen.

come home. he went there just to see her funeral.
thuiskomen. hij ging er alleen maar om haar begrafenis te zien.

a place where you experience a bit to come home.
een plek waar je ervaart een beetje thuis te komen.

to mr ahern i say: now it is time to come home.
tegen de heer ahern wil ik zeggen dat het nu tijd is om naar huis te komen.

here you can relax, here you can enjoy here you come home.
hier kom je tot rust, hier kan je genieten, hier kom je thuis.

before you can come home, you have to wander, go astray.
je kunt het overal kopen, je kunt het krijgen.

and come home at the end of the day to relax beside the pool...
en aan het eind van de dag kunt u heerlijk ontspannen bij het zwembad…