Results for offspring translation from English to Dutch

offspring
nageslacht

adult offspring
volwassen nakomelingen

offspring, adult
kinderen, volwassen

disowning of offspring
ontkenning van het vaderschap

impaired parents offspring
kind van gehandicapte ouders

birth offspring, multiple
meerlinggeboorte

carcinogenic effect in offspring
carcinogeen effect in nageslacht

and by parent and offspring,
bij een vader en wat hij verwekt heeft!

lord, make my offspring virtuous.
en maak voor mij dat mijn nageslacht deugdzaam is.

monogamous pair or trio with offspring
per monogaam paartje of trio met nakomelingen.

and the parent and the offspring,
bij een vader en wat hij verwekt heeft!

ibrahim said: and of my offspring?
deze zei: "sommigen uit mijn nageslacht ook?"

and we made his offspring the survivors.
en wij maakte zijn nakomelingen tot voortlevenden.

more than two hours between delivery of offspring
meer dan twee uur tussen de levering van de nakomelingen

it seemingly didn't generate offspring since 1993.
het lijkt er op dat er geen nakomelingen verspreid zijn sedert 1993.

he pleaded: "and also (imams) from my offspring!"
deze zei: "sommigen uit mijn nageslacht ook?"

"my lord! grant me (offspring) from the righteous."
mijn heer, schenk mij (een zoon) van de rechtschapenen."

impaired parents offsprings
kind van gehandicapte ouders