Results for to clear translation from English to Dutch

to clear
schoonmaken

to clear up
weer opklaren

to clear expenditure
betaalbaar stellen

to clear the jam:
deblokkeren van de pen:

to clear an account
een rekening verifieren

to clear or to warn.
als een afwijzing van verontschuldigingen of als een waarschuwing.

to clear goods from bond
goederen afhandelen

click to clear everything.
klik hier om alles te wissen.

to clear a print range
zo verwijdert u een afdrukbereik:

this leads to clear conclusions.
de conclusie is duidelijk.

this picture isn't to clear
deze foto's zijn niet al te duidelijk

to clear upper respiratory passages
de bovenste luchtwegen vrijmaken

failed to clear display variable!
wissen van variabele display is mislukt!

know particular distances to clear obstacles,
de afstand tot obstakels te kunnen inschatten;