Results for aubépine translation from French to Dutch

aubépine
meidoorn

baie d'aubépine
meidoornbes

aubépine (baie d')
meidoornbes

piéride de l'aubépine
geaderd witje

aubépine (feuille et fleur d')
meidoornblad en -bloem

tarif douanier commun gouttes d'aubépine
gemeenschappelijk douanetarief mcidoorndruppcls

aubépine (feuille et fleur d') (1432)
meidoorn (blad en bloem) (1432)

aubépine (feuille et de fleur d'), extrait sec de (1865)
meidoorn(blad en bloem)-droog extract (1865)

crataegus monogyna extract est un extrait des baies de l'aubépine, crataegus monogyna, rosacées
crataegus monogyna extract is een extract van de bessen van de eenstijlige meidoorn, crataegus monogyna, rosaceae

crataegus monogyna est une substance végétale tirée des baies, des fleurs et des feuilles de l'aubépine, crataegus monogyna, rosacées
crataegus monogyna is een plantaardige stof afkomstig van de bessen, bloemen en bladeren van de eenstijlige meidoorn, crataegus monogyna, rosaceae

sureau noir (argouse, sorbier sauvage, bourdaine, aubépine, sorbe des oiseleurs et autres baies d’arbres)
vlierbessen (zwarte appelbes, lijsterbes, duindoorn, meidoorn, peerlijsterbes en andere bessen van bomen)

ces éléments conduisent à une végétation constituée par une garrigue composée de genêts épineux, aubépines, prunelliers, cistes, genévriers, lavandes, sarriettes, thym… et châtaigniers, implantés vers 1860 dans des zones décalcifiées.
door deze elementen groeit er hoofdzakelijk een kreupelhoutvegetatie (garrigue), bestaande uit onder andere stekelbrem, meidoorn, sleedoorn, cistus, jeneverbes, lavendel, bonenkruid en tijm, maar er zijn ook tamme kastanjes aanwezig, die rond 1860 in ontkalkte gebieden zijn aangeplant.