Results for espérer translation from French to Dutch

espérer
verwachten

il est à espérer
daar wil men ginds ook juist van af.

il faut l' espérer.
hopelijk wel.

on peut toujours espérer.
hoop koesteren kan altijd.

que pouvons-nous espérer?
waarop kunnen wij hopen?

fix se reprit à espérer.
fix begon weer eenige hoop te krijgen.

mais, on peut toujours espérer.
maar wij kunnen altijd blijven hopen.

que pouvions-nous en espérer?
zulks zal pas een haalbare kaart zijn als de voor de uitvoering noodzakelijke instellingen op vruchtbare en gedisciplineerde wijze met elkaar samenwerken.

quelle crédibilité pouvons­nous espérer ?
dat kan niet rechtgezet worden.

il est donc permis d'espérer.
dat wekt hoop.

devons-nous espérer ou craindre?
"moeten wij hopen of vreezen?"

cette constatation prête à espérer.
deze ervaring stemt hoopvol.

comment peut-on espérer alors que
hoe kunnen wij dan hopen dat alle vrouwen zich als volwaardige burgers bij het europese beleid betrokken voelen?

nous voulons espérer que cette attitude
een verenigd europa heeft alleen bestaansrecht als centrum van vrede en democratie, dat positief staat ten opzichte van de beide supermogendheden en de

nous devrions tous espérer que cela réussisse.
de stemming vindt morgen te 9.00 uur plaats.

on doit donc espérer qu'elle l'est.
die wens moet bijgevolg niet al te krachtig worden geformuleerd.

devais-je espérer d'être sauvé ?
kon ik hoop op redding koesteren?

il suffit qu’on respire pour espérer!
zoolang er leven is, is er hoop!

il y a pourtant des raisons d'espérer.
co-voorzitters zijn de vs en de eu.

pouvonsnous espérer voir aboutir ces revendica tions?
mogen wij hopen dat aan deze eisen zal worden voldaan ?