Results for presenza translation from Italian to Dutch

presenza
voorkomen

presenza.
een aanwezigheid.

70 presenza
70: aanwezig zijn

la presenza...
het.

una presenza?
een aanwezigheid?

# "alla presenza" #
van de aanwezigheid

presenza tensione
aanwezigheid spanning

alla tua presenza.
in uw aanwezigheid.

name=presenza pim
pim-aanwezigheidname

- bella presenza.
een knappe honkbalspeler.

una presenza innovatrice
een belang rijke transactie in hongkong-dollars, begin 1996, is de eerste concretisering van deze mogelijkheid.

percepisco una presenza.
ik voel iemands aanwezigheid.

la presenza dell’ue
de aanwezigheid van de eu

- presenza di malintenzionati.
insluiper.

- che presenza intimidatoria!
wat een uitdagende aanwezigheid, frank.

c'e' una presenza.
er is een aanwezigheid.

la nostra presenza qui...
wij hier blijven?

rilevata presenza kaiju!
kaiju-teken.

presenza hilucs (hilucspresence)
hilucs-aanwezigheid (hilucspresence)

5) spia “presenza tensione”
5) lampje “spanning aanwezig”