Results for spruzzare translation from Italian to Dutch

continua a spruzzare.
- wat? blijven sproeien.

non spruzzare quella roba.
niet doen.

vuoi spruzzare qualcosa qui?
- een moment... even hier iets sprayen?

oh, mi vuole spruzzare?
echt? ga je me besprayen?

- puoi spruzzare e strofinare?
- kun je ook spuiten en wrijven?

siringhe per spruzzare insetticidi
spuiten voor het verspreiden van insekticiden

puoi spruzzare qualche pozione...
kun je hem niet bespuiten met een speciale...

vuoi spruzzare mentre pulisco?
wil jij spuiten terwijl ik schrob?

vorrei spruzzare gia' adesso.
ik zou nu willen spuiten.

adesso puoi spruzzare la mamma.
dat mag zomaar.

quando vuoi iniziare a spruzzare?
hoe snel wil je beginnen met spuiten?

"ciliegia", "spruzzare", "carnoso".
kersen, spuiten, vlezig?

protezione delle parti da non spruzzare
afdekken

non possiamo spruzzare qualcosa sui campi?
kunnen we de velden niet ergens mee besproeien?

pronto da spruzzare su tutti i problemi.
klaar om je zelf over elk probleem te spuiten.

deve spruzzare... tanta acqua fino a soffitto.
er moet groot water uitschieten, tot het plafond.

ha cominciato a spruzzare come un irrigatore automatico.
hij begon te sproeien als een watergeweer vol braak.

non mi spoglio per farmi spruzzare con la manichetta.
echt niet. ik kleed me niet uit om schoongespoten te worden.

- fermo! a spruzzare latte su tutti, sai.
en andere sprenkelen melk over iedereen heen, weet je.

io sto per spruzzare latte al cioccolato dai miei capezzoli.
- en ik spuit chocolademelk uit mijn tepels.