Results for formar translation from Spanish to Dutch

formar caballones
opwerpen van ruggen

formar la punta
aanpunten van draad

ac formar el coágulo.
rg andere factor) aangemaakt worden en kan er geen bloedstolsel ontstaan.

formar torones de cables
aders schroefvormig in een kabel leggen

puede formar peróxidos explosivos
kan ontplofbare peroxiden vormen

- formar recursos humanos cualificados,
- te zorgen voor de opleiding van gekwalificeerd personeel;

formar fiscales y jueces especializados.
gespecialiseerde aanklagers en rechters opleiden.

formar la punta de ampolla tubular
aanpunten van ballons

se unen para formar caterpillar tractor co.
fuseren en vormen caterpillar tractor co.

molde para formar las bolas de helado
handgereedschap voor het vormen van consumptie-ijs in halve bollen

formar a los participantes nuevos y potenciales;
het begeleiden van nieuwe en toekomstige deelnemers,

se trata de formar a unos 1.200 colaboradores
het betreft hier de scholing van ca. 1200 medewerkers

queso que deje de formar parte de las existencias
uitgeslagen kaas

¡si tuviera tiempo todavía de formar alumnos!
indien mij maar de tijd overbleef, om leerlingen te vormen.

esa declaración deberá formar parte del informe de hap.
deze zelfverklaring moet deel uitmaken van het pef-rapport.

esta medida pasó así a formar parte del plan de reestructuración.
deze maatregel werd aldus een onderdeel van het herstructureringsplan.

todo rmn entra a formar parte del sistema de red informatizado,
alle nvr’s worden geïntegreerd in het geïnformatiseerde netwerksysteem;

arquitectura paralela para formar redes con pasarelas que interconecten sistemas isa
pangloss-project

no agite con fuerza el vial, porque se podría formar espuma.
schud de flacon niet krachtig want dat kan de insuline beschadigen en tot schuimvorming aanleiding geven.

esta declaración deberá formar parte del anexo obligatorio del informe de hao.
deze eigen verklaring moet worden opgenomen in de verplichte bijlage van het oef-rapport.