Results for traer translation from Spanish to Dutch

traer
traer

traer decorados
skins ophalen

traer al frente
naar de voorgrond

ve a traer café.
ga koffie halen.

traer un paso adelante
eén laag naar voren

ve a traer a tom.
ga tom halen.

¿qué tengo que traer?
wat moet ik brengen?

por traer algo de nuevo.
om iets nieuws uit te brengen.

formato traer widget al frente
opmaak element naar voorgrond

ketty entró para traer sorbetes.
ketty trad met eenige sorbets binnen.

traer la ventana al escritorio actual
venster naar huidig bureaublad brengen

traer el elemento gráfico al primer plano
element naar voorgrond verplaatsen

ve a traer sus remedios y un vaso de agua.
ga haar medicijnen halen en een glas water.

le pregunté a mi madre qué debía traer aquí.
ik heb mijn moeder gevraagd wat ik mee moest brengen.

hizo traer un coche para mistress aouida y para él.
hij bestelde een rijtuig voor aouda en voor zich zelven.

buscaba algo de emoción, así que decidí traer las esposas.
ik was op zoek naar wat opwinding, dus ik besloot de handboeien mee te brengen.

¿podrías ir a la tienda y traer algunos huevos?
zou je naar de winkel kunnen gaan en een paar eieren willen halen?

dejé mis llaves sobre la mesa. ¿me las puedes traer?
ik heb mijn sleutels op tafel laten liggen. wilt ge ze mij brengen?

ningún enviado pudo traer signo alguno, sino con permiso de alá.
fn het paste een boodschapper niet om met een teken te komen zonder de toestemming van allah.

dijo: «¡paz!» y no tardó en traer un ternero asado.
en hij antwoordde: en op u zij vrede; en hij draalde niet en bracht een gebraden kalf.