Vous avez cherché: ¿qué os parece? (Espagnol - Néerlandais)

¿qué os parece?
hoe zien jullie het?

di: «¿qué os parece?
zeg: "hoe zien jullie het?

di: «y ¿qué os parece?
zeg: "en hebben jullie wel gezien wat jullie in plaats van god aanroepen?

dijo: «¡pueblo! ¿qué os parece?
hij zei: "o mijn volk, wat denken jullie?

y ¿qué os parece vuestra siembra?
hoe denken jullie dan over wat jullie zaaien?

y ¿qué os parece el agua que bebéis?
hoe denken jullie dan over het water dat jullie drinken?

y ¿qué os parece el fuego que encendéis?
hoe denken jullie dan over het vuur dat jullie ontsteken?

ahora decidme, ¿qué os parece que debemos hacer?
zeg mij nu wat gij thans geraden acht te doen."

¿qué, qué os ocurre?
--„hoe! wat deert u?

dijo: «¿qué os pasa?»
en hij zeide tot haar: wat doet gij hier?

di: «¿qué os parece lo que invocáis en lugar de invocar a alá?
zeg (o moehammad): "wisten jullie wat jullie naast allah aanriepen?

¿no os parece, señor, que los bosques son como iglesias?
--„vindt gij niet, mijnheer! dat de bosschen als kerken zijn?”

¡y bien! ¿qué os había dicho?
d’artagnan beschouwde zijn vrienden als wilde hij vragen: „wel, wat heb ik u gezegd?”

¿qué os ocurre, señor?... dijo planchet .
„wat deert u, mijnheer?” vroeg planchet. „hier, heeren! mijn meester bevindt zich niet wel.”

¿qué os pasa? ¿qué manera de juzgar es ésa?
gij hebt geene reden aldus te oordeelen.

¿qué os ha dicho el cardenal a mi respecto?
„wat heeft u de kardinaal, mij betreffende, gezegd?”

y ¿qué os parecen al-lat, al-uzza
hoe zien jullie dan al-laat en al-'oezza,

di: «¿qué os parece? si el agua se os agotara una mañana, ¿quien iba a traeros agua viva?»
zeg: "hoe zien jullie het, als jullie water diep zou wegzakken, wie zou jullie dan bronwater brengen?"

di: «¿qué os parece? si os sorprendiera su castigo de noche o de día, ¿querrían los pecadores aún adelantarlo?
zeg: "wat denken jullie, wanneer zijn bestraffing tot jullie komt, in de nacht of overdag?" waarom bespoedigen de misdadigers die dan?"

¿qué os importa dijo athos , con tal de que os paguen?
--„wat raakt u dat, als gij betaald wordt?”