검색어: speelweek (네덜란드어 - 프랑스어)

9° speelweek :
9° semaine de jeu :

10° eerste deel van een speelweek :
10° première partie d'une semaine de jeu :

de eerste drie dagen van een speelweek, namelijk maandag, dinsdag en woensdag;
les trois premiers jours d'une semaine de jeu, soit les lundi, mardi et mercredi;

de laatste drie dagen van een speelweek voorafgaand aan de zondag, namelijk donderdag, vrijdag en zaterdag;
les trois derniers jours d'une semaine de jeu précédant le dimanche, soit les jeudi, vendredi et samedi;

wanneer een voor het eerste deel van een speelweek bestemd lot van 10.000 eur in de loop hiervan niet wordt toegekend, wordt het overgedragen naar het tweede deel van dezelfde speelweek.
lorsqu'un lot de 10.000 eur prévu pour la première partie d'une semaine de jeu n'a pas été attribué au cours de celle-ci, il est reporté à la deuxième partie de cette même semaine de jeu.

1° 1 lot van 10.000 eur voor het eerste deel van elke speelweek, samen dus 38 loten die een totale waarde vertegenwoordigen van 380.000 eur;
1° 1 lot de 10.000 eur pour la première partie de chaque semaine de jeu, soit au total 38 lots représentant une valeur globale de 380.000 eur;

1° loopt, onder voorbehoud van de toepassing van het tweede lid, over 38 speelweken, waarbij de eerste dag van de eerste speelweek en van de laatste speelweek worden vastgesteld op respectievelijk maandag 10 februari 2003 en maandag 27 oktober 2003.
1° s'étend, sous réserve de l'application de l'alinéa 2, sur 38 semaines de jeu, les premiers jours des première et dernière semaines de jeu concernées étant respectivement fixés aux lundis 10 février 2003 et 27 octobre 2003.

wanneer het voor de het tweede deel van een speelweek bestemde lot of, in voorkomend geval, beide loten van 10.000 eur in de loop hiervan niet worden (wordt) toegekend, verblijven ze (verblijft het) aan de nationale loterij.
lorsque le lot ou, le cas échéant, les deux lots de 10.000 eur prévu(s) pour la deuxième partie d'une semaine de jeu n'a (n'ont) pas été attribué(s) au cours de celle-ci, il(s) est (sont) acquis à la loterie nationale.