Je was op zoek naar: evil (Engels - Nederlands)

evil
ondansk

evil.
dr.

evil?
evil?

evil eye
boze oog

evil, no.
no, mr.

evil; dr.
dr.

resident evil
resident evil

evil returns.
evil.

king's evil
evil, king's

that’s evil.
that’s evil.

evil eyes (1)
evil eyes (1)

no evil inventions
geen kwaadaardige uitvindingen

she uncovered evil.
ze heeft het slechte aan het licht gebracht.

an evil comrade!
dat is dus pas een slechte kameraad.

i have done evil.'
waarlijk, ik was een onrechtvaardige.

good and evil (3)
god (3)

an even greater evil
een nog groter kwaad

evil reigns supreme.
het kwaad is oppermachtig.

what an evil destination!
en dat is de slechtste plaats van bestemming!

all were evil-doers.
en het waren allen onrechtplegers.