Je was op zoek naar: i maschi (Italiaans - Nederlands)

i maschi.
mannen.

per i maschi.
- voor mannen wel.

... e i maschi.
...en mannen.

oh, i maschi!
mannen!

adoro i maschi.
ik ben gek op jongens.

i maschi sono cosi'.
zo zijn jongens.

- anche i maschi?
zelfs de mannen?

come tutti i maschi.
dat is typerend voor jongens.

i maschi non mangiano?
eten jongens niet als alle anderen?

- i maschi sono disgustosi.
ze zijn walgelijk.

- ce li ha, i maschi.
ze heeft kerels...

(6) anche i maschi.
(6) ook jongens.

i maschi sono i prescelti.
mannetjes zijn de uitverkorenen.

a te piacciono i maschi?
hou je van mannen?

- non mi piacciono i maschi.
ik ben niet zo van de mannen, gast.

- e i maschi che fanno?
wat doen de mannetjes dan?

scolarizzazione media per i maschi
verwacht aantal schooljaren voor jongens

i maschi hanno lo sperma.
jongens hebben sperma.

dai, lo sai come sono i maschi.
kom op, je weet hoe mannen zijn.

- forse gli piacciono i maschi.
valt hij op mannen?