Je was op zoek naar: organizzare (Italiaans - Nederlands)

organizzare cosa?
- oh ja? wat? - een testrun.

faro' organizzare.
ik zal ze zeggen het te regelen...

- organizzare cosa?
wat kan je eraan doen?

devi organizzare tu.
jij moet dit regelen.

organizzare feste?
feestjes geven?

- dobbiamo organizzare.
we moeten onszelf herpakken.

- organizzare eventi!
- festivals organiseren.

- si puo' organizzare.
- dat kan geregeld worden.

organizzare i contatti
contacten organiseren

aiutami a organizzare.
je moet me helpen voorbereiden.

e' preferibile organizzare
de werklozen kunnen zich gratis laten inschrijven bij croqu'boulot, terwijl de werkgevers een kleine bijdrage betalen voor registratie en doorverwijzingen.

- si potrebbe organizzare.
- daar kan voor gezorgd worden.

"organizzare un incontro".
'een ontmoeting regelen'.

devo organizzare un attacco.
ik werk aan een aanval.

quando possiamo organizzare ?
wanneer zou ik dat doen?

- posso organizzare tutto.
ik kan alles organiseren.

- si potrebbe organizzare, sai.
dat kan geregeld worden, weet je.

devo organizzare questa festa.
ik moet dit feestje plannen.

non dovresti organizzare qualcosa?
denk je niet dat je iets moet plannen?

- dovremmo organizzare una colletta...
- ik hou een collecte voor je.