Você procurou por: gastheer (Holandês - Espanhol)

gastheer
hospedante

mogelijke gastheer
hospedante potencial

gastheer-omroep
radiodifusor-anfitrión

van gastheer wisselend
heteroico

gast-gastheer effect
efecto huésped-anfitrión

trouw aan de gastheer
autoico

gastheer-parasiet-relatie
interacciones huésped-parásitos

relatie, gastheer-parasiet-
interacciones huésped-parásitos

infectie bij immunodeficiënte gastheer
infección en huésped inmunocomprometido

wisselwerking aids-virus gastheer
interacción sida-hospedador

infectie bij een immunodeficiënte gastheer
infección en un huésped inmunodeprimido

evenwicht tussen gastheer en parasiet
relación huésped-parásito

ik kon mijn gastheer slechts danken.
di las gracias a mi huésped.

- een persoonlijke borgstelling door de gastheer,
- una declaración de garantía del anfitrión,

micro-organisme dat als gastheer fungeert
microorganismo hospedador

de gastheer sneed de kalkoen aan voor de gasten.
el anfitrión cortó el pavo para los invitados.

een schriftelijke uitnodiging van de gastheer of -vrouw;”;
una invitación escrita del anfitrión;»;

tunesië trotseert terreur en is gastheer van wereld sociaal forum
túnez desafía al temor como sede del foro social mundial

mijn god! mijn waarde gastheer, zou hem een ongeluk zijn overkomen?”
¡dios mío! querido huésped, decidme, ¿le ha ocurrido alguna desgracia?

tunesië is voor de tweede keer op rij gastheer van het wereld sociaal forum
túnez es el anfitrión del foro social mundial por segunda vez consecutiva