Você procurou por: alma (Italiano - Holandês)

alma
alma

alma...
alma, heb je iets?

e alma?
en alma?

alma, no!
alma, nee!

(alma ride)
ze wisten niet dat de bank van hem was? - dat meen je niet.

alma carter!
alma carter!

- ciao alma jr.
hoi, junior.

(alma sospira)
volgens jouw potentiële aanhangers, ga jij twee en een half miljoen verdienen... van je beste aflevering.

- alma, chi è?
alma, wie is het?

- dov'é alma?
waar is alma?

- alma! - sì? - alma!
alma?

alma deve capirlo.
alma moet dat begrijpen.

ad alma carter?
- wie? alma carter?

- sono alma garret.
ik ben alma garret.

- adesso no, alma.
-nu niet, alma.

- sì, alma burke!
alma burke !

- mi senti? - alma...
hoor je me?

- che c'e', alma?
- hé, alma, wat is er?

ciao alma jr, pronta?
hé, junior. ben je klaar?

- infatti, alma, infatti.
zolang ze gelukkig zijn.