You searched for: echtgeno (Holländska - Franska)

echtgeno(o)t(e)
conjoint(e)

de echtgeno(o)t(e)
le conjoint

1) echtgeno(o)t(e);
1. conjoint;

alcoholische echtgeno(o)t(e)
conjoint(e) alcoolique

b) de echtgeno(o)t(e)
b) le conjoint:

gevangenschap van echtgeno(o)t(e)
emprisonnement de l'époux/épouse

echtgeno(o)t(e) van het bedrijfshoofd
conjoint de l’exploitant

overlijden echtgeno(o)t(e) overlijden kind
décès conjoint décès enfant

een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)te;
d'un enfant du travailleur ou de son conjoint;

een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)te :
d'un enfant du travailleur ou de son conjoint :

1° de echtgeno (o)t(e) van de ambtenaar;
1° le conjoint de l'agent;

gehuwd, echtgeno(o)t(e) heeft eigen inkomsten
marié(e), épou(x)se travaillant

i) met zijn/haar echtgeno(o)t(e) samenwoont of
i) réside avec son conjointou

gehuwd, echtgeno(o)t(e) heeft geen eigen inkomsten
marié(e), épou(x)se ne travaillant pas

• de echtgeno(o)t(e), als hij/zij niet werkt,
• prestations en espècesde l'assurance maladie et

echtgeno(o)t(e) of persoon met wie het personeelslid samenwoont :
epoux(épouse) ou personne avec qui le membre du personnel cohabite :

gezinskarakter, met een belangrijke rol voor de meewerkende echtgeno(o)t(e);
le caractère familial de l'entreprise, qui réserve un rôle important au conjoint collaborateur;

Ð inkomsten van echtgeno(o)t(e)/partner uit zelfstandige arbeid;
— tout revenu supple´mentaire (conjoint/partenaire) tire´ d’un emploi (heures supple´mentaires, primes, allocations, commissions, etc.);

het dekt meteen het recht van de eventuele echtgeno(o)t(e) of levenspartner.
il couvre également le droit de l'éventuel conjoint ou partenaire de vie.

de echtgeno(o)t(e) van de verzekerde, behalve in de volgende gevallen :
le conjoint de l'assuré, à l'exception des cas suivants :