You searched for: onomastico (Italienska - Holländska)

onomastico
naamdag

buon onomastico
fijne naamsdag gewenst

e' l'onomastico dello zio.
je weet best dat oom aron vandaag jarig is.

oggi e' l'onomastico di orion.
het is de naamdag van orion.

era il mio onomastico. avevo solo dieci anni.
het was m'n naamdag, ik was pas tien jaar oud.

questo onomastico e' stato per me uno dei piu' piacevoli.
deze naamdag was voor mij één van de allerleukste.

davvero? ti sei ricordata del mio onomastico. hai avuto un pensiero gentile.
leuk dat je m'n verjaardag niet bent vergeten.

e dille anche che le mando una cosa che doveva essere il regalo per il suo onomastico.
vertel haar dat ik haar iets laat bezorgen dat eigenlijk voor haar naamdag bedoeld was.

szczepek: È quasi l'onomastico di marysia e si aspetta un bel regalo da me.
marysia verwacht een mooi cadeau voor haar saints day.

invata... invita... invitato! "ai festeggiamenti... per l'onomastico... di..." "rylene...
'uitgenodigd 'voor de viering van de naamsdag 'van rylene florent 'tijdens de eerste naht...'

onomastica
onomastiek