You searched for: ripeterlo (Italienska - Holländska)

devo ripeterlo?
moet ik het herhalen?

- devi ripeterlo.
- herhaal dat eens.

- devo ripeterlo?
moet ik het nog eens zeggen ?

- devo ripeterlo? !
moet ik nog een keer zeggen?

non ripeterlo più.
zeg niet steeds dat je sofia bent.

dovremmo... ripeterlo.
we moeten het snel nog eens doen.

lui. devo ripeterlo?
moet ik het herhalen?

- oh, puoi ripeterlo?
- zeg dat nog eens.

continua a ripeterlo.
en blijf het herhalen.

devo ripeterlo ancora?
moet dit nou alweer?

- continuate a ripeterlo.
zoals jij maar blijft herhalen.

- non serve ripeterlo!
herhaling is niet nodig.

dovete ripeterlo insieme.
je moet ook meedoen.

occorre forse ripeterlo?
dat zijn drie dingen die naar mijn mening onlosmakelijk bij elkaar horen.

scusa, potresti ripeterlo?
- sorry, kun je dat allemaal herhalen?

perche' continui ripeterlo?
- waarom blijf je dat zeggen?

- non ripeterlo. - cosa succede?
- zeg het niet nog een keer.

quante volte devo ripeterlo?
hoe vaak moet ik 't nog zeggen ?

okay, possiamo ripeterlo ancora?
kunnen we dit nog een keer doornemen?

- cos'ha cosa? puo' ripeterlo?
kunt u dat herhalen?