Şunu aradınız:: meßkolben (Almanca - Hollandaca)

meßkolben 100 ml und 500 ml.
maatkolven van 100 en 500 ml.

2. meßkolben von 200 ml fassungsvermögen,
(3) pb nr. 81 van 26.4.67. blz. 1597/67.

meßkolben 250, 1 000 und 2 000 ml.
pipetten van 20, 25, en 50 ml.

die proben in ein 500-ml-meßkolben einwiegen.
het monster wordt in een schudkolf van 500 ml gebracht.

den ansatz quantitativ in einen 250-ml-meßkolben überführen.
breng de inhoud van het bekerglas kwantitatief over in een maatkolf van 250 ml.

meßkolben mit einer volumenmarke, 50 ml, 100 ml und 1 000 ml, entsprechend iso 1042
maatkolven van 50, 100 en 1 000 ml, die voldoen aan de normen van iso-aanbeveling 1042

den meßkolben verstöpseln. nach 5 minuten mit natriumthiosulfatlösung bis auf eine blaßgelbe farbe titrieren.
sluit de kolf titreer na vijf minuten met natriumthiosulfaatoplossing totdat de oplossing een bleekgele kleur vertoont.

meßkolben bis zur 50-ml-markierung mit destilliertem wasser auffüllen und inhalt gründlich mischen.
meng totdat de vaste stof opgelost is.

0.200 ± 0,001 g reines phenol in wasser auflösen und auf 100 ml in einem meßkolben auffül­len.
los 0,200 ± 0,001 g zuiver fenol op in water en vul in een maatkolf tot 100 ml aan met water.

: in einem meßkolben werden 69,278 g kristallisiertes, analysenreines, eisenfreies kupfer­ sulfat (cus04
het resterend getal is het verschil tussen het totaal getal der lagere vetzuren en het boterzuurgetal.

ammoniumacetat-kristalle (3,9  0,1 g) in einen 50-ml meßkolben geben.
breng 3,9 + 0,1 gram vast ammoniumacetaat in een maatkolf van 50 ml.

ammoniumacetat-kristalle (3,9 ± 0,1 g) in einen 50-ml meßkolben geben.
breng 3,9 + 0,1 gram vast ammoniumacetaat in een maatkolf van 50 ml.

: in einem meßkolben werden 100 g natriumhydroxyd und 346 g kaliumnatriumtartrat (seignettesalz) in destilliertem wasser zu 1 liter gelöst.
hierdoor leent het resterende getal zich in verbinding met het boterzuurgetal bijzonder goed voor de bepaling van kokos in aanwezigheid van melkvet.

nlafxiumkarbonarlösung:. in einem meßkolben werden 143,8 g natriumkarbonat p. a., wasser frei, in ungefähr 300 ml warmem wasser gelöst.
natriumcarbonaatoplossing: los 143,8 watervrij natriumcarbonaat in een maatkolf van 1 i op in ongeveer 300 ml warm water. koel af.

5 ml in einen 50-ml-meßkolben überfuhren und 5 ml einer 0,1 m essigsäure-natriumazetat-pufferlösung hinzufügen.
breng 5 ml in een 50 ml maatkolf en voeg er 5 ml van een 0,1 m azijnzuurnatriumacetaatbufferoplossing aan toe.

20 ml der stammlösung (4.4.1) in einen 200-ml-messkolben geben.
breng 20 ml van de stockoplossing (4.4.1) in een maatkolf van 200 ml.