Şunu aradınız:: geleidingsstoornissen (Hollandaca - Almanca)

geleidingsstoornissen
arrhythmien

geleidingsstoornissen (smq)
leitungsstoerungen (smq)

overige geleidingsstoornissen
sonstige kardiale erregungsleitungsstoerungen

andere gespecificeerde geleidingsstoornissen
sonstige naeher bezeichnete kardiale erregungsleitungsstoerungen

geleidingsstoornissen waren typisch van voorbijgaande aard en asymptomatisch.
die Überleitungsstörungen waren üblicherweise vorübergehend und asymptomatisch.

bradyaritmieën (incl. geleidingsstoornissen en stoornissen van de sinusknoopfunctie) (smq)
bradyarrhythmien (einschl leitungs- und sinusknotenfunktionsstoerungen) (smq)

geleidingsstoornissen: in klinisch onderzoek met aripiprazol was de incidentie van qt-verlenging vergelijkbaar met die van placebo.
in klinischen studien mit aripiprazol war die inzidenz einer qt-verlängerung vergleichbar zu placebo.

de geleidingsstoornissen, waargenomen in zowel klinische studies als postmarketing, waren tijdelijk en asymptomatisch en verdwenen binnen de eerste 24 uur na aanvang van de behandeling.
die Überleitungsstörungen, die in klinischen studien und nach markteinführung beobachtet wurden, waren typischerweise vorübergehend, asymptomatisch und bildeten sich innerhalb von 24 stunden nach therapiebeginn wieder zurück.

ventriculaire aritmieën, geleidingsstoornissen, verergering van supraventriculaire aritmieën, verminderde doorbloeding van vingers en tenen in patiënten met raynaud’ s syndroom.
ventrikuläre arrhythmien, erregungsleitungsstörungen, verschlechterung supraventrikulärer arrhythmien, verminderte durchblutung der finger oder zehen bei patienten mit raynaud-syndrom.

aan patiënten met sick sinus-syndroom of geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8);
patienten mit sick-sinus-syndrom oder störungen der erregungsleitung (sinuatrialer oder atrioventrikulärer block, siehe abschnitt 4.8);

voorzichtigheid is geboden wanneer rivastigmine gebruikt wordt bij patiënten met sick sinus- syndroom of met geleidingsstoornissen (sinoatriaal blok, atrioventriculair blok) (zie rubriek 4.8).
rivastigmin ist bei patienten mit sick-sinus-syndrom oder reizleitungsstörungen (sinuatrialer block, atrioventrikulärer block) mit vorsicht anzuwenden (siehe abschnitt 4.8).