Results for haaruitval translation from Dutch to German

haaruitval
haarausfall

- haaruitval
-

haaruitval; jeuk,
haarausfall; juckreiz,

toegenomen haaruitval,
leberwerterhöhungen, verstärkter haarausfall,

haaruitval/alopecia
kahlkoepfigkeit/haarausfall

haaruitval (alopecia)
haarausfall (alopezie)

kaalheid door haaruitval
lichtüber- empfindlich- keitsreaktionen alopezie

haaruitval, droge huid
alopezie, trockene haut

haaruitval, jeuk, eczeem
haarausfall, juckreiz, ekzem

uitslag, jeuk, haaruitval;
hautausschlag, juckreiz, haarausfall;

meer haaruitval dan normaal
unüblicher haarausfall

huiduitslag, melanonychie, haaruitval
rash, melanonychie, alopecie

- haaruitval op het hoofd,
- haarausfall auf dem kopf,

huid: uitslag, jeuk, haaruitval.
haut: ausschlag, juckreiz, haarverlust.

haaruitval, droge huid, meer zweten
haarausfall, trockene haut, verstärktes schwitzen

fotosensitieve reactie kaalheid door haaruitval
lichtüberempfindlich keitsreaktionen alopezie

- haaruitval, jeuk, droge huid, huiduitslag.
- haarausfall, juckreiz, hauttrockenheit, hautausschlag

abnormaal haaruitval of dun worden van het haar.
ungewöhnlicher haarverlust oder ausdünnen der haare.

uitslag, jeuk, haaruitval; moeheid; koorts.
s • fieber.

ongebruikelijk haaruitval of het dunner worden van het haar
ungewöhnlicher haarausfall oder ausdünnung der haare