Results for vestiging translation from Dutch to Spanish

vestiging
establecimiento

vestiging(en):
lugar o lugares:

onwettelijke vestiging
asentamiento de 'squatters'

- land van vestiging,
- país de residencia,

recht van vestiging
derecho de establecimiento

- regio van vestiging;
- región de residencia;

vestiging van een pandrecht
kramer real estate

vestiging van jonge landbouwers
instalación de jóvenes agricultores

vaste vestiging in het buitenland
establecimiento permanente en el extranjero

de vestiging van jonge landbouwers,
la instalación de jóvenes agricultores;

recht van vestiging en investeringskwesties;
derecho de establecimiento y asuntos relacionados con la inversión.

programma "vestiging op het platteland"
programa de población agraria

iii. veiligheidsmachtiging voor een vestiging (vmv)
habilitaciÓn de seguridad de establecimiento

adres van de te valideren vestiging*
dirección de la ubicación que se pretende validar*

nadeel wegens de plaats van vestiging
perjuicio ocasionado por la situación

rationalisering, uitbreiding van een bestaande vestiging
racionalización ampliación de un establecimiento existente

centraal diergeneeskundig instituut, vestiging virologie,
centraal diergeneeskundig instituut, vestiging virologie,

- vestiging en dienstverlening, waaronder financiële dienstverlening,
- establecimiento y suministro de servicios, incluidos los servicios financieros;

beheer van (menselijke vestigingen
ordenación de los asentamientos humanos