Results for a king translation from English to Dutch

a king (1)
a king (1)

a king? a god?
een koning? een god?

he was more than a king.
hij was meer dan een koning.

you are searching for a king.
u zoekt naar een koning.

they never again had a king.
zij hebben nooit meer een koning gehad.

prediction of the death of a king
voorspelling van de dood van een koning

hiempsal ii was a king of numidia.
hiempsal ii was van 88 v.chr.

can such a king issue this command?
kan een dergelijke koning dit bevel uitvaardigen?

a court-jester without a king.
een hofnar zonder koning.

move a king onto an empty tableau slot.
een heer verplaatsen naar een leeg tafelvak.

in this view, a king is like a steward.
), een kleinzoon van confucius.

a perfect way to experience life of a king.
een erfenis van herkomst verblijven.

we bdsm people are a king with a bed with bars.
zijn wij als bdsmérs al de koning te rijk met een spijlenbed.

the armed forces of a king support his authority.
de legermachten van een koning ondersteunen zijn gezag.

fastida was a king of the gepidae of the 3rd century.
hij is de eerste gepidische koning wiens naam nog bekend is.

and so the little tailor all his lifetime remained a king.
en zo was hij gevangen.

a very pretty instrument shaped like a king’s crown.
een zeer fraai instrument in de vorm van een koningskroon.

geberic was a king of the goths of the fourth century ad.
geberic was een hertog of koning van de visigoten in de 4e eeuw.

legendyears ago it is said that in the gadhiya mountain lived a king.
jaren geleden werd verteld dat er in de gadhiya mountain een koning leefde.

hantili i was a king of the hittites during the hittite old kingdom.
hantili i was een koning van het hettitische oude koninkrijk.