Results for confess translation from English to Dutch

confess
biecht

confess!
Признайся!

i confess
ik beken

i must confess.
ik moet bekennen.

but i must confess.
maar ik moet bekennen.

now we confess our sins.
wij erkennen dus onze zonden.

you confess it yourselves."
jullie geven dat zelf toe."

so they confess their sins.
en zij erkennen hun zonden.

let us confess it openly :
laten we openlijk toegeven :

one must also confess his faith.
men moet zijn geloof belijden.

thus, i testify, does not confess
toen ik betuig, niet bekennen

to confess to be in the wrong
schuld of ongelijk erkennen

so they shall confess their sin.
en zij erkennen hun zonden.

well, time to confess we had no luck.
ik moet toegeven, dat de vissen veel slimmer zijn als wij.

but he didn't confess to treason.
maar hij bekende geen landverraad.

flee those who require you to confess.
laat je niet in met diegenen die van je vereisen dat je biecht.

i must confess, i cannot blame them.
ik moet zeggen dat ik het hun niet kwalijk kan nemen.

i confess that i am surprised and disappointed.
ik beken dat ik verwonderd en teleurgesteld ben.

i must confess that the outlook is not optimistic.
ik moet bekennen dat ik wat de toekomst betreft niet optimistisch ben.

"nevertheless, i confess i still doubt."
--„ik moet u echter bekennen, dat ik nog twijfel.”