Results for testify translation from English to Dutch

testify
testify

we do testify!"
zij zeiden: "ja zeker, wij getuigen."

refusal to testify
weigering om te getuigen

some people testify.
getuigen spreken.

i can testify to this.
ik kan getuigen hiervan.

say thou: i testify not.
zeg: "ik getuig het niet."

they said: yea! we testify.
zij zeiden: "ja zeker, wij getuigen."

duty to refuse to testify
verbod om een verklaring af te leggen

say: 'i do not testify.'
gelooft gij inderdaad dat er andere goden behalve god zijn?

right to refuse to testify
verschoningsrecht

that is why i want to testify.
daarom wil ik getuigen.

thus, i testify, does not confess
toen ik betuig, niet bekennen

they said: 'yes, we do testify.'
zij zeiden: "ja zeker, wij getuigen."

i can testify to this remarkable work.
ze doen ongelofelijk goed werk.

to testify in someone's favour
ten gunste van iemand getuigen

i think we can all testify to this.
dit is iets dat wij volgens mij allemaal aan den lijve ondervinden.

immunity and right to refuse to testify
immuniteit en recht om niet te getuigen

they will say: we testify against ourselves.
zij zullen zeggen: "wij getuigen tegen onszelf."

and we who thus testify know whereof we speak.
en wij die hiervan getuigen, weten waarover wij spreken.

it requires that you testify before two witnesses that
het vereist dat je in het bijzijn van twee getuigen de getuigenis aflegt dat