Results for odbiorca translation from Polish to Dutch

odbiorca
geadresseerde

odbiorca:
begunstigde:

odbiorca hurtowy
grootafnemer

odbiorca (fakultatywnie)
geadresseerde (facultatieve opgave)

"odbiorca" oznacza:
wordt onder "ontvanger" verstaan hetzij:

zachowuje go odbiorca.
de ontvanger moet het bewaren.

błąd: odbiorca niedostępny
ontvanger niet beschikbaar fout

& nowy odbiorca faksu...
& nieuwe faxontvanger...

odbiorca% 1 == number
ontvanger%1 == number

b) "odbiorca końcowy":
b) "eindgebruiker":

podmiot upoważniony odbiorca
handelaar toegelaten geadresseerde

odbiorca przekazywanej wiadomości.
de geadresseerde aan wie het bericht wordt doorgestuurd.

upoważniony odbiorca – obowiązki
toegelaten geadresseerde — verplichtingen

odbiorca (nazwa handlowa):
ontvanger (handelsnaam):

odbiorca substancji lub preparatu
afnemer van een stof of een preparaat

występowanie jako upoważniony odbiorca;
de status van toegelaten geadresseerde;

beneficjent : odbiorca płatności ue.
begunstigde : de ontvanger van een eu-betaling

odbiorca będący gospodarstwem domowym
huishoudelijke afnemer

dokument przesyłania zachowuje odbiorca.
het vervoersdocument wordt door de ontvanger van de handeling bewaard.

odbiorca nazwa adres kod pocztowy
geadresseerde naam adres postcode