Je was op zoek naar: quoi (Frans - Nederlands)

quoi
wat

quoi!
hoe!

eh quoi!
zal dus hij wien slechte daden als goed werden bereid en die zich verbeeldde dat die goed waren, gelijk zijn aan hem, die tot het rechtvaardige gezind is en de waarheid vereert?

-- À quoi?
--„wat?”

tu fais quoi
met mij gaat het goed, bedankt en met jou

qui fait quoi?
wie doet wat?

c'est quoi?
nergens over.

-- quoi, monsieur?
--„wat, mijnheer!”

objectifs − «quoi»
de doelstellingen - het "wat"

quoi & #160;: @info
wat: @info

ne porte quoi
do not carry what

ca veut dire quoi?
watt?

de quoi, concrètement?
de sociale partners regelen natuurlijk liever zelf een en ander dan het van buitenaf opgelegd te krijgen.

quoi d'autre?
wat nog meer?

c'est quoi, ça ?
wat is dat?

a quoi sert prolia
waarvoor wordt prolia gebruikt?

a quoi s'intéressent­ils?
waarom zouden zij uw produkt of dienst in plaats van dat van de concurrent kiezen?

-- quoi? demanda porthos.
--„hoe!” riep porthos.

l’ocm c’est quoi?
wat is de gmo?

-- quoi? demanda d'artagnan.
--„wat?” vroeg d’artagnan.