Results for spazza translation from Italian to Dutch

spazza!
veeg.

- spazza. - si.
vegen.

strofina e spazza.
brandschoon.

spazza via ogni nuvola
elke wolk wegvagen

spazza questi vetri.
veeg het glas op.

" che spazza per terra
"ze veegt de vloer

intanto spazza i trucioli.
pak liever 'n bezem.

di qua spazza verso di me
hierheen. veeg het hier naartoe.

strofina, spazza, scopa, via!
en wassen, en spoelen, en bezempje, boen

non spazza, questo è sicuro.
niet vegen in ieder geval.

spazza tutta brooklyn, è tua!
veeg heel brooklyn maar aan.

"spazza via" si spiega da solo...
weg ermee lijkt me duidelijk.

che vuoi fare buftarlo nella spazza!
het lijk laten verdwijnen, wat ga je doen? bij de vuilnis leggen misschien?

bean, spazza via il settore sierra!
bean, aanvallen in sector sierra.

spazza lo sporco sotto il tappeto.
- ik kan niet doen alsof. - geloof me nou maar.

- uno spazza foglie? non mi rimproverare.
ze gedraagt zich wel erg blank, hè?

il nostro lavoro spazza via il vostro.
ons werk is veel groter dan die van jullie.

# il vento spazza via i miei pensieri #
* this wind is blowin' my mind *

- spazza-caviglie nel linguaggio da surfisti.
enkelkletsers, noemen surfers dat. - oh, bedankt.

non sarebbe deliziosa mentre spazza il pavimento?
een lust voor het oog, als ze dweilt