Je was op zoek naar: manderemo (Italiaans - Nederlands)

loro vi manderemo.
ze sturen zal ik.

ti ci manderemo!
dat zullen we doen!

due jedi vi manderemo.
twee jedi zullen we sturen.

dei consulenti, manderemo.
adviseurs sturen, wij zullen.

- li manderemo subito.
er zitten nog mensen op de 87e.

"road home," che manderemo.
"road home", dat gaan we spelen.

vi manderemo gli aiuti
we zullen hulp hier naartoe sturen.

gli manderemo i soccorsi.
- iemand moet bij hem blijven.

bene, manderemo una squadra.
wel, dan sturen we een team.

- glielo manderemo domattina.
ik stuur het u op.

- gli manderemo dei fiori!
- we sturen wel bloemen.

"ti manderemo le istruzioni."
we sturen je de instructies.

le manderemo subito aiuto.
we komen eraan.

...vi manderemo delle immagini.
dan zal ik zo snel mogelijk videobeeld uitzenden.

- manderemo qualcuno a prenderli.
- we zullen wel iemand sturen.

beh, manderemo tutto all'aria.
blijkbaar gaan we dat opgeven.

manderemo l'unita' cinofila.
we halen de honden erbij.

- d'accordo, glielo manderemo.
- we sturen 'm op.

manderemo i documenti all'avvocato.
we sturen de papieren naar je advocaat.

manderemo degli agenti, laggiu'.
we hebben daar mensen staan.